Arbeidsrecht wetswijzigingen per 1 januari 2021

Allen & Overy LLP
Contact

Allen & Overy LLP

Overview

Per 1 januari 2021 is het arbeidsrecht op meerdere vlakken gewijzigd. In dit blogbericht bespreken wij de belangrijkste wijzigingen.

Wetswijzigingen per 1 januari 2021

De belangrijkste arbeidsrechtelijke wetswijzigingen per 1 januari 2021 vindt u hieronder, voorzien van een nadere toelichting.

1. Tijdelijke RVU-vrijstelling en uitbreiding fiscaal verlofsparen

In het Pensioenakkoord van juni 2019 is onder andere afgesproken dat werkgevers met oudere werknemers afspraken kunnen maken over eerder stoppen met werken, zonder dat de regeling als een RVU (regeling vervroegde uittreding) wordt gezien. Er komt een tijdelijke versoepeling van de RVU-heffing bij vervroegde uitdiensttredingsregelingen tussen 1 januari 2021 en 31 december 2025 waarmee werknemers (die de AOW-leeftijd niet werkend kunnen bereiken) middels een cao-afspraak de mogelijkheid krijgen om drie jaar voor de AOW-leeftijd te stoppen met werken. De tijdelijke RVU-vrijstelling is onderdeel van het wetsvoorstel “Wet bedrag ineens, RVU en verlofsparen”, die op 17 november 2020 door de Tweede Kamer is aangenomen en momenteel met spoed door de Eerste Kamer wordt behandeld. Het wetsvoorstel voorziet (voor dit onderdeel) in inwerkingtreding met terugwerkende kracht per 1 januari 2021.

De mogelijkheden rond fiscaal verlofsparen worden met dit wetsvoorstel overigens ook met terugwerkende kracht uitgebreid. Werknemers kunnen naar alle waarschijnlijkheid vanaf 1 januari 2021 maximaal 100 weken fiscaal gefaciliteerd vakantieverlof en compensatieverlof opsparen (in plaats van 50 weken), als de werkgever dit mogelijk maakt. Dit verlof kan op verschillende momenten in de loopbaan worden opgenomen, waaronder vlak voor het pensioen om zo eerder te stoppen met werken.

2. Adequate pensioenregeling payrollwerknemers

Sinds 1 januari 2021 hebben payrollwerknemers recht op een ‘adequate pensioenregeling’. Dit is vastgelegd in artikel 8a lid 4 tot en met 6 Waadi. Met een adequate pensioenregeling wordt bedoeld dezelfde basispensioenregeling als werknemers in gelijke of gelijkwaardige functies die in dienst zijn bij de inlener of, als die er niet zijn, voor werknemers werkzaam in gelijke of gelijkwaardige functies binnen de sector. Als aansluiting bij een pensioenregeling van de inlener of sector niet mogelijk is, dan moet het payrollbedrijf met ingang van 1 januari 2021 zelf zorgen voor een adequate pensioenregeling. De kosten voor de pensioenregeling worden opgebracht door de payrollonderneming, maar kunnen worden doorgerekend aan de inlener.

Deze regeling is ook nog een uitwerking van de Wab, waarvoor een latere ingangsdatum is afgesproken, zodat payrollondernemingen meer tijd hebben gehad om zich voor te bereiden op deze wijziging. Het verwachte gevolg van deze wijziging is dat de kosten van payrolling verder zullen stijgen.

3. Verlenging onbelaste reiskostenvergoeding bij thuiswerken tot 1 februari 2021

De staatssecretaris van Financiën heeft begin 2020 wegens covid-19 goedkeuring gegeven voor het onbelast (blijven) betalen van een vaste reiskostenvergoeding bij thuiswerken, ook al worden deze reiskosten als gevolg van het thuiswerken niet meer (volledig) gemaakt. Deze regeling zou eindigen per 1 januari 2021, maar is nu verlengd tot 1 februari 2021 (zie de kamerbrief van 18 december 2020 in dit verband). Voorwaarde is dat het vaste vergoedingen betreft die al voor 13 maart 2020 door de werkgever werden toegekend. In januari 2021 komt het kabinet terug op hoe het na 1 februari 2021 om wil gaan met de onbelaste vaste reiskostenvergoedingen.

4. Geen herziening WW-premie bij >30% overwerk

Sinds 1 januari 2020 betalen werkgevers, als gevolg van de Wab, een lage WW-premie voor vaste contracten en een hoge WW-premie voor flexibele contracten. Indien echter blijkt dat vaste werknemers meer dan 30% hebben overgewerkt, moeten werkgevers alsnog met terugwerkende kracht de hoge WW-premie betalen. In sectoren waar door het coronavirus veel extra overwerk nodig is – zoals de zorg – zou deze bepaling leiden tot onbedoelde effecten. Daarom had het kabinet deze zogenoemde 30% herzieningssituatie in 2020 opgeschort. Ook in 2021 zal in bepaalde sectoren nog veel overwerk nodig zijn als gevolg van het coronavirus. De 30% herzieningssituatie zal daarom ook in 2021 worden opgeschort. Minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft dit aangekondigd in een kamerbrief van 27 oktober 2020 over aanvullingen op het steun- en herstelpakket. Deze aanpassing wordt momenteel uitgewerkt in het Besluit Wfsv. Dit betekent dat zowel voor 2020 als 2021 de lage WW-premie niet wegens overwerk zal worden herzien.

5. Nieuwe WNT-bezoldigingsmaxima

De Wet Normering Topinkomens (WNT) maximeert de bezoldiging van topfunctionarissen in de (semi)publieke sector. Er geldt een algemeen bezoldigingsmaximum en in enkele sectoren gelden sectorale bezoldigingsmaxima. Deze bezoldigingsmaxima worden jaarlijks geïndexeerd. Voor 2021 is het algemene bezoldigingsmaximum van de WNT vastgesteld op EUR 209.000 (in 2020 was dit EUR 201.000). Voor de sectoren onderwijs, cultuur, media, woningcorporaties, zorg- en jeugdhulp en ontwikkelingssamenwerking zijn verlaagde maxima vastgesteld. Voor zorgverzekeraars geldt een verhoogd maximum. Een overzicht van de bezoldigingsmaxima voor 2021 vindt u hier.

6. Compensatieregeling transitievergoeding bij bedrijfsbeëindiging

Sinds 1 januari 2021 kunnen kleine werkgevers (<25 werknemers) compensatie aanvragen bij het UWV voor de transitievergoeding die zij op of na 1 januari 2021 hebben betaald als gevolg van bedrijfsbeëindiging door pensionering of overlijden. Let wel, er gelden een aantal voorwaarden en regels. Zo is de compensatie gemaximeerd op de maximum transitievergoeding.

Deze regeling is een uitwerking van de Wet Arbeidsmarkt in Balans (Wab) en is de tweede compensatieregeling transitievergoeding. De eerste trad reeds in werking op 1 april 2020, te weten de compensatieregeling bij ontslag na langdurige arbeidsongeschiktheid. Onderdeel van de tweede compensatieregeling is overigens ook de bedrijfsbeëindiging wegens ziekte van de werkgever. Dit onderdeel is nog niet in werking getreden. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is hierover nog in gesprek met het UWV en de relevante beroepsverenigingen. Het is nog niet bekend wanneer dit onderdeel in werking zal treden.

7. Verhoging maximale transitievergoeding

Sinds 1 juli 2015 is in de wet neergelegd dat werknemers in de regel recht hebben op een transitievergoeding bij ontslag, dit geldt zowel voor vaste als tijdelijke werknemers. Deze transitievergoeding is gemaximeerd, welk maximum jaarlijks wordt geïndexeerd. De maximale wettelijke transitievergoeding in 2021 is EUR 84.000 (dit was in 2020 EUR 83.000) of maximaal een jaarsalaris als het loon hoger is dan dat bedrag. Dit laat overigens onverlet dat bij contract een hogere ontslagvergoeding kan worden afgesproken.

8. Verhoging wettelijk minimumloon

Het wettelijk minimumloon wordt elk half jaar aangepast. Per 1 januari 2021 is het wettelijk minimumloon voor 21 jaar en ouder vastgesteld op EUR 1.684,80 bruto per maand en EUR 77,76 bruto per dag (stijging van 0,29% per maand en 0,28% per dag). Ook het wettelijk minimumjeugdloon is gewijzigd. Deze specifieke bedragen kunt u raadplegen op de website van de Rijksoverheid.

Als gevolg van de wijzigingen in het wettelijk minimumloon zijn ook de rekenregels voor de uitkeringsbedragen per 1 januari 2021 gewijzigd. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het maximumdagloon voor de werknemersverzekeringen. Het maximumdagloon is het maximale loon per dag waarmee uitkeringsinstanties zoals het UWV rekenen als ze de hoogte van een uitkering bepalen, zoals de WW-uitkering. Dit betekent dat als een werknemer meer verdient dan het maximumdagloon, hij over het meerdere geen uitkering ontvangt (tenzij de werkgever hiervoor een aanvullende verzekering heeft afgesloten). Hier vind je een link naar de nieuwe rekenregels per 1 januari 2021.

Overige wetswijzigingen in 2021

Bovenstaand overzicht behandelt de arbeidsrecht wetswijzigingen die (zullen gaan) gelden per 1 januari 2021. Wetswijzigingen die (waarschijnlijk) later dit jaar zullen plaatsvinden zijn in dit bericht onbesproken gebleven en zullen in een nader bericht worden besproken. Denk bijvoorbeeld aan de beoogde wetswijziging om de loondoorbetalingsplicht tijdens ziekte van AOW-gerechtigde werknemers te verlagen van 13 naar 6 weken met ingang van 1 april 2021, de reeds aangenomen versoepeling van het ontslagrecht van de stichtingsbestuurder met ingang van 1 juli 2021, de beoogde wetswijziging om het medisch oordeel van de bedrijfsarts leidend te maken bij de RIV-toets door het UWV met ingang van 1 september 2021 en de uitgestelde handhaving van de Wet DBA tot ten minste 1 oktober 2021 (behoudens het niet opvolgen van aanwijzingen van de Belastingdienst of kwaadwillendheid).

DISCLAIMER: Because of the generality of this update, the information provided herein may not be applicable in all situations and should not be acted upon without specific legal advice based on particular situations.

© Allen & Overy LLP | Attorney Advertising

Written by:

Allen & Overy LLP
Contact
more
less

Allen & Overy LLP on:

Reporters on Deadline

"My best business intelligence, in one easy email…"

Your first step to building a free, personalized, morning email brief covering pertinent authors and topics on JD Supra:
*By using the service, you signify your acceptance of JD Supra's Privacy Policy.
Custom Email Digest
- hide
- hide